Ik wil dat mijn leven iets betekent
Het lijkt een eenvoudige vraag, maar zodra je hem hardop uitspreekt, voel je meteen hoe complex hij is. Toch begint het vaak bij iets heel alledaags. Je staat op, je kleedt je aan, je eet je ontbijt of slaat het over omdat je haast hebt, je werkt je uren weg, je komt thuis, kookt, doet het huishouden, zakt uitgeput op de bank en kruipt daarna weer onder de dekens om de volgende ochtend precies hetzelfde te doen. De cyclus herhaalt zich als een vastgelopen plaat. Voor veel mensen is dit niet zomaar een fase; het ís hun leven. Niet iedereen heeft de luxe om ‘op de pauzeknop te drukken’. Rusten op je lauweren is weggelegd voor een kleine groep. En een leven als miljonair, vrij van tijdsdruk, stress en verplichtingen, is nog zeldzamer. De meeste mensen draaien mee in een systeem waarin je hard werkt om nét genoeg te verdienen om rond te komen. Soms zelfs minder dan genoeg. De middenklasse schuift langzaam richting de categorie ‘werkende armen': mensen die fulltime werken, maar nauwelijks iets opbouwen. Hoe kun je dan nog nadenken over zingeving als de dag grotendeels bestaat uit verplichtingen? Toch ontkom je niet aan de vraag: Waar leef ik voor? Wat maakt mijn leven bijzonder, waardevol of noemenswaardig? Wat is mijn bijdrage? Laat ik iets achter?


